Actueel

Lintje voor de participerende overheid

Vandaag daalt de Lintjesregen weer neer op de participerende burger, maar die is steeds vaker naarstig op zoek naar een participerende overheid. De naïeve faciliterende overheid die het ‘bottom-up’ initiatief propageert, moet plaatsmaken voor een ondernemende overheid, die (pro-)actief vormgeeft aan nieuwe samenwerkingen met bewoners en ondernemers in dorpen.

Vandaag daalt de Lintjesregen weer neer op de participerende burger, maar die is steeds vaker naarstig op zoek naar een participerende overheid. De naïeve faciliterende overheid die het ‘bottom-up’ initiatief propageert, moet plaatsmaken voor een ondernemende overheid, die (pro-)actief vormgeeft aan nieuwe samenwerkingen met bewoners en ondernemers in dorpen.

Vandaag wordt een deel van de vrijwilligers in Nederland weer in het zonnetje gezet vanwege hun tomeloze inzet bij onder meer sportverenigingen, voedselbanken, carnavals- of dorpsverenigingen, dorpshuizen en zorginitiatieven. De jaarlijkse Lintjesregen is een symbool waarmee de samenleving bijzondere waardering uitspreekt voor deze inzet voor de leefbaarheid. Veelal in dorpen, zo kan je opmaken uit de cijfers in het Jaarverslag 2018.

Deze waardering past bij de door de politiek gewenste verschuiving van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Veel meer dan voorheen gaan we uit van de kracht en organisatie van inwoners. Daarin blinken we internationaal uit: Nederlanders besteden veel meer tijd aan vrijwilligerswerk dan bijvoorbeeld onze buurlanden.

In de praktijk zorgt dit ideaalbeeld van de participatiesamenleving ervoor dat de druk op het vrijwilligersleger steeds verder toeneemt. Overheden en maatschappelijke organisaties hebben zich stelselmatig teruggetrokken uit de dorpen en wijken. Bewoners worden in toenemende mate uitgedaagd de verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid en het aanbod van (zorg)voorzieningen structureel op zich te nemen. Vrijwilligerswerk wordt steeds vaker een onbetaalde en pittige baan.

In veel gevallen gaat dit goed. We zien prachtige voorbeelden van dorpen waar bewoners en ondernemers op een bewonderenswaardige manier krachten en middelen bundelen. Dit zijn inspirerende initiatieven die zich geregeld vertalen in nieuwe succesvolle concepten. Maar regelmatig stuiten we op dorpsbewoners die worstelen.  De eigen inzet voor het dorps- en verenigingsleven – de ‘software’ – verknopen met de opgave om de financiering en exploitatie grond, gebouwen en openbare ruimte – de ‘hardware’ – en activiteiten rond te krijgen: dat is nogal wat. De financieringsopgave en het organisatievraagstuk hierachter is geen sinecure. Al helemaal niet in dorpen waar huurders, investeerders en klanten doorgaans niet in de rij staan en overheden hun bijdrage steeds meer beperken tot een eenmalige investeringsbijdrage of subsidie.

Waar het een aantal jaren geleden nog enthousiast een strijdend ‘we doen het zelf wel’ richting overheden klonk, dringt nu het besef door dat bewoners en ondernemers onmogelijk alleen de verantwoordelijkheid kunnen dragen voor het structureel instandhouden van maatschappelijke voorzieningen. Fondsen en partijen als Stichting DOEN ondersteunen de zoektocht naar oplossingen hiervoor en geven een belangrijke en soms cruciale impuls aan deze processen. Maar dit zijn vaak incidentele bijdragen en bieden geen garantie voor een succesvolle en duurzame exploitatie op de lange termijn.

De toenemende druk op de participerende burger – waarvan verwacht wordt dat ze zich onvoorwaardelijk blijft inzetten voor leefbaarheid in de kernen – is niet duurzaam en houdbaar. Het moment is aangebroken dat gemeenten, provincies en maatschappelijke organisaties hun beeld en verwachtingen van de participatiesamenleving moeten bijstellen. De naïeve faciliterende overheid die het ‘bottom-up’ initiatief propageert, zal ingeruild moeten worden voor een ondernemende overheid, die (pro-)actief vormgeeft aan nieuwe samenwerkingen met bewoners en ondernemers in dorpen.

Het is voor de duurzaamheid van initiatieven en de vrijwillige inzet van de samenleving van belang dat bewonersinitiatieven tijdig en slim te verbinden aan de ambities, geldstromen, kennis en inzet van professionele organisaties. Dan ontstaat slagkracht, een nieuwe weg ‘door het midden’, vanuit een gedeeld belang en een nieuw besef van verantwoordelijkheid vanuit de samenleving. En dit kan: voor de overheid liggen er genoeg kansen om programma’s en gelden rondom zorg- en welzijn (Wmo), energietransitie en leefbaarheidsbudgetten efficiënt te verknopen aan investeringen en inzet vanuit de samenleving.

De faciliterende en prekende overheid wordt daarmee ook een participerende overheid en een gesprekspartner. En wanneer de liefde van twee kanten komt en geldstromen op elkaar gaan inwerken, dan leert de ervaring dat minder actieve kat-uit-de-boom-kijkende dorpsbewoners eerder geneigd zijn een stap vooruit te zetten en meer willen doen dan een jaarlijkse vrijwillige bijdrage geven aan de vereniging.

Een bundeling van inzet, kennis en middelen via sociale akkoorden, fondsvorming of een Vereniging van Dorpseigenaren biedt kansen om integraal en op gebiedsniveau nieuwe verbindingen te leggen tussen maatschappelijk en particulier kapitaal. Dit geeft een doorkijkje naar de verdienmodellen van de toekomst voor maatschappelijke voorzieningen. Het legt de broodnodige basis onder de belangeloze inzet van bewoners. Daarmee kan de slag gemaakt worden van de energieslurpende en eenzijdige participatiesamenleving naar de ware bedoeling: het vormgeven aan het nieuwe collectivisme van de 21ste eeuw. Deze nieuwe weg door het midden is nodig om de Lintjesregen in de dorpen de komende jaren niet te laten opdrogen. Wij stellen voor volgend jaar alvast een lintje te reserveren voor de participerende overheid die deze brug weet te slaan.

Foto boven: Hoorn (Foto: Bert Knottenbeld. Flickr / CC BY-SA 2.0)

Artikelen & blogs

Onze werkplaats in Utrecht

Onze werkplaats bevindt zich centraal in Nederland, in de prachtige historische binnenstad van Utrecht.