Alle grote opgaven van vandaag – woningbouw, klimaatverandering, landbouw, energie, bereikbaarheid – staan hoog op de agenda van de overheden in de Achterhoek. Het regionale samenwerkingsverband de 8RHK Ambassadeurs werkt aan een strategie om de ruimtelijke impact van al deze vraagstukken in goede banen te leiden. Er wordt gewerkt aan een ‘nieuwe kaart’ die overheden, maatschappelijke partners, ondernemers en inwoners perspectief en houvast biedt. ‘Zo’n kaart is vooral bedoeld om samen uit te vogelen wat ons ruimtelijke verhaal moet zijn.’
Tekst: Mark Hendriks | Foto’s: Pim Geerts | Gepubliceerd in: RUIMTEVOLK Magazine #1
Het is nog niet eens zo heel lang geleden dat de Achterhoek te boek stond als krimpregio. De streek kampte met bevolkingsdaling, economische teruggang en leegstand. Dat is nu compleet anders, zo blijkt uit een gesprek met vertegenwoordigers van de regio. ‘Nog niet iedereen weet dat dit een innovatief en dynamisch gebied is’, vertelt de Aaltense wethouder Ted Kok. ‘De maakindustrie is een grote economische motor en op woonplezier scoren we erg goed. Er is hier gewoon veel te halen, en steeds meer mensen krijgen dat door.’ Els Birkenhäger van woningcorporatie Sité Woondiensten knikt instemmend: ‘De Achterhoek is een ondernemend gebied, zowel economisch als cultureel. Hier worden dingen geproduceerd voor de wereldmarkt.’
Van krimp naar groei
Kok en Birkenhäger zijn op een heldere maandagmorgen begin maart afgereisd naar De Gouden Karper, een befaamd restaurant in Hummelo waar de tijd lijkt stil te staan. In een oude koffiekamer treffen ze Saar Veneman, directeur van 8RHK Ambassadeurs. Onderwerp van gesprek: hoe onder de vlag van dit samenwerkingsverband wordt gewerkt aan actuele vraagstukken.
Daarvan springt er één uit, begint Veneman, en dat is precies die omslag van krimp naar groei – die nu nog vooral economisch van aard is. ‘Op de arbeidsmarkt komen we elk jaar maar liefst 1950 mensen tekort. Om nieuwe werknemers te werven moeten we dus uit de schaduw stappen. Mensen moeten weten wat hier gaande is, moeten weten dat de Achterhoek geen slapende streek is, maar levendig en dynamisch. Ze moeten weten dat hier voldoende perspectief ligt en dat als je hier komt werken en je na enige tijd van baan wilt wisselen, dit ook kan.’
Kok vult aan: ‘Dat maakt het woningbouwvraagstuk hier extra dringend. Want aan de ene kant wil je voldoende huizen hebben om die nieuwe mensen te huisvesten, aan de andere kant zijn de Achterhoekers zelf ook op zoek naar een woning.’Birkenhäger: ‘Dat wringt soms. We voeren campagnes om mensen hierheen te halen. Tegelijkertijd vissen inwoners achter het net en zijn zij gedwongen om bij hun ouders in te trekken.’
‘Iedereen kent elkaar, de lijnen zijn kort. Bovendien voel je dat alle leden er plezier in hebben, ondanks de complexe vraagstukken. Iedereen is gemotiveerd om onderwerpen met een regionale bril te bekijken.’
Om dat in balans te brengen – of zoals Birkenhäger zegt: beleid vóór nieuwe mensen en mét bestaande inwoners – is een regionale blik noodzakelijk. Anders gesteld: uitzoomen om te bepalen wat je waar het beste kan doen, maar ook uitzoomen om kortetermijnacties in lijn te brengen met langetermijnambities. Dat is dan ook precies waarom 8RHK Ambassadeurs in 2017 werd opgericht. Het samenwerkingsorgaan werkt volgens het zogenoemde 3O-principe. Dit betekent dat naast overheden ook maatschappelijke organisaties en ondernemers vertegenwoordigd zijn.
Volgens Veneman een fundamentele keuze. ‘Er was hier altijd al sprake van samenwerking, maar de uitvoeringskracht was minimaal en gemeenten hielden elkaar regelmatig in de houdgreep. Daardoor kwam er weinig van de grond. Door ondernemers en organisaties een plek te geven – en daarmee bedoel ik dus invloed en besluitbevoegdheid – komen andere belangen op tafel, andere zienswijzen, een andere dynamiek. En uiteindelijk dus een betere en bredere dekking van het algemeen belang.’
Regionale beslissingen
8RHK Ambassadeurs telt twee organen: de Achterhoek Board en de Achterhoekraad. In de Board zitten drie wethouders, drie bedrijven (voorgedragen vanuit VNO-NCW Achterhoek, SIKA en Bouwend Nederland Oost) en drie maatschappelijke organisaties (vanuit het Achterhoeks corporatieoverleg (ACO) en zorg- en onderwijsinstellingen). Het fungeert als een soort van college van B en W, terwijl in de raad gemeenteraadsleden in een vroeg stadium kunnen meepraten over regionale beslissingen. Veneman: ‘En dat is dus heel anders dan dat je als lokaal raadslid geconfronteerd wordt met een voldongen besluit.’
Over het functioneren van de Achterhoek Board zijn de gesprekspartners enthousiast. Kok vertegenwoordigt bijvoorbeeld ook andere gemeenten, en daarover is de afgelopen vijf jaar geen onvertogen woord gevallen. ‘Met drie wethouders representeren we de zeven Achterhoekse gemeenten. Er is nooit discussie over dat we dat niet goed zouden doen, of dat we onze eigen gemeente zouden voortrekken.’ Veneman reageert: ‘Dat komt ook omdat we heel scherp zijn op rol- en taakverdeling. Aan de zogenoemde thematafels vinden de discussies plaats en daar kan iedereen ideeën inbrengen en bezwaren maken. Op basis van wat aan de tafels besproken wordt, neemt de Board een besluit. Zo voorkomen we dat bijvoorbeeld gemeenten nog zaken aanpassen of tegenhouden, en daardoor te veel invloed zouden hebben.’ Birkenhäger roemt het sterke sociale netwerk. ‘Iedereen kent elkaar, de lijnen zijn kort. Bovendien voel je dat alle leden er plezier in hebben, ondanks de complexe vraagstukken. Iedereen is gemotiveerd om onderwerpen met een regionale bril te bekijken.’
Dan mengt RUIMTEVOLK -adviseur Janneke Rutgers zich in het gesprek. ‘Je ziet dat hier het informele karakter van de samenwerking goed werkt. Mensen kennen elkaar vanuit verschillende hoedanigheden. Daardoor durven ze sneller moeilijke gesprekken aan te gaan. Ik vind dat echt Achterhoeks.’ Na een korte stilte: ‘De keerzijde is dat door het ontbreken van een formele besluitvormingslaag – die is ingebed in het Huis van Thorbecke – spannende besluiten soms uitblijven, of dat het lang duurt voordat men overgaat tot uitvoering.’ Veneman knikt: ‘We zijn wel een beetje een conflictvermijdende regio.’ En Birkenhäger: ‘Daardoor blijven we elkaar wel vasthouden en dat is toch de drijvende kracht achter de samenwerking.’ Kok tot slot: ‘Maar we moeten niet doen alsof we geen besluiten nemen. We hebben met de regiodealprojecten miljoenen geïnvesteerd in infrastructuur en circulaire landbouw.’
Een kwalitatieve aanpak voor wonen
Daarbij presenteerde de Achterhoek Board afgelopen najaar een toekomstvisie met ambities op het gebied van economie, wonen en governance. Aan de eerdergenoemde thematafels worden regionale onderwerpen besproken, zoals onderwijs en arbeidsmarkt, gezondheid, bereikbaarheid en wonen. Voor dat laatste – zoals gezegd een urgent vraagstuk nu de roep om arbeidskrachten luider klinkt – verscheen in december een regionale woonagenda. Birkenhäger neemt het woord: ‘Omdat wonen een sleutelpositie heeft, ademt deze agenda een brede en integrale aanpak. Het gaat zeker over het versnellen van de bouwproductie, maar vooral ook over de bestaande voorraad. Hoe dan ook, deze agenda draait niet om aantallen, maar om doelgroepen, betaalbaarheid, verduurzaming en kwaliteit.’
‘Het is essentieel om lokale expertise en kennis te benutten om regionale doelen te halen. Je kan immers niet in elk gebied dezelfde aanpak volgen.’
Rutgers schreef namens RUIMTEVOLK mee aan de agenda: ‘Dit is een totaal ander document dan de beleidsplannen van vroeger die volstonden met getallen en tabellen. Deze agenda gaat over de samenhang met andere opgaven, zoals mobiliteit, landschapsontwikkeling, bodem en water. Ik vind het sterk dat deze regio niet in de reflex schiet om overal nieuwe uitbreidingslocaties aan te leggen, maar juist een kwalitatieve benadering volgt.’ ‘Precies’, vult Kok aan, ‘juist omdat dit gebied zo fijnmazig is – geen echte grote steden, geen uitgestrekte leegheid – komen veel plaatsen in aanmerking voor kleinschalige woningbouw. Als vanzelf rijst dan de vraag hoe je dat in samenhang brengt met andere vraagstukken en hoe je daarbij recht doet aan de prachtige omgeving.’
Birkenhäger: ‘Dat gaat ook over de bestaande woningvoorraad, want juist daar liggen grote vragen. Over verduurzaming, maar ook over kwaliteit en gemeenschapszin.’ Rutgers: ‘Die demografische transitie waar we eerder over spraken uit zich juist in die bestaande wijken. Huishoudens worden kleiner, terwijl de voorraad vooral uit ruime eengezinswoningen bestaat. Past dat nog wel? Tegelijkertijd hechten mensen hier aan een grondgebonden woning en doordat de relatie tussen wonen en werken verandert, betreden hoogopgeleiden uit andere regio’s de woningmarkt. Hoe stem je al die zaken op elkaar af?’ Kok: ‘Overigens merk je wel dat tijdens de provinciale verkiezingen het verhaal van snel bijbouwen de overhand heeft – want daar scoor je politiek makkelijker mee. En dat geldt niet alleen voor bestuurders en raadsleden, ondernemers roepen het ook. We moeten dus uitkijken dat die brede boodschap van de woonagenda niet ondersneeuwt.’
De koers uitzetten met een nieuwe kaart
Overigens is de Achterhoekse koers nog niet in kannen en kruiken. De opgaven die bij de ruimtelijke puzzel horen – en dan voornamelijk de transities in het landelijk gebied – hadden binnen 8RHK Ambassadeurs tot voor kort geen expliciete plek op de agenda. Veneman: ‘Ze komen deels aan bod in de verschillende thematafels, maar we hebben ook gezien dat we hier niet van weg kunnen blijven. Daarom zijn we onlangs een ruimtelijke verkenning gestart.’ Adviseur Janneke Rutgers noemt deze exercitie een eerste aanzet voor een ‘nieuwe kaart’ voor de Achterhoek. ‘We hebben geïnventariseerd wat er gebeurt als je ruimtelijke bouwstenen – zoals bodem- en watersystemen, mobiliteitsnetwerken, kernen en sociale netwerken – over elkaar legt. Waar schuurt het, waar liggen kansen voor functiecombinaties?’ Kok vult aan: ‘We nemen het principe van bodem en water leidend serieus. De landschappelijke driedeling in plateau, beekdalen en het stroomgebied van de Oude IJssel maakt duidelijk wat de mogelijkheden zijn voor verstedelijking of mobiliteit.’
‘Maar’, nuanceert Veneman, ‘deze verkenning is echt nog maar een begin. Ik zie het als een vrije denkoefening om boardleden te inspireren en de regio aan het denken te zetten. Om ze te motiveren om boven eigen belangen en onderwerpen uit te stijgen.’ Volgens haar is het dan ook lastig om harde conclusies te trekken. ‘Wat mij betreft zijn de kaarten uit deze verkenning vooral bedoeld om een gesprek op gang te brengen, om samen uit te vogelen wat ons ruimtelijke verhaal op termijn moet zijn.’
Dat raakt aan een kernwaarde van het samenwerkingsverband om leden de vrijheid te geven om binnen de regionale doelen en richtlijnen toch een eigen pad te volgen. De Achterhoek Board is aldus Kok en Veneman geen directieve organisatie die uitvoeringsprogramma’s over de streek uitrolt. Aan de thematafels worden lijnen uitgezet, maar de verschillende achterbannen hebben voldoende ruimte om daar op eigen wijze mee aan de slag te gaan. Dat is belangrijk, meent Rutgers. ‘Het is essentieel om lokale expertise en kennis te benutten om regionale doelen te halen. Je kan immers niet in elk gebied dezelfde aanpak volgen.’ Birkenhäger knikt: ‘De lijnen die de board uitzet moeten wel kloppen met wat elke individuele partner aan het doen is. Dat legt dus ook een verantwoordelijkheid bij de leden – dat wat zij doen niet botst met de regionale koers. Ik kan ons woonbeleid in ieder geval met gemak langs het verhaal van de regionale woonagenda leggen.’