Actueel

Wat betekent de Wet Versterking regie op de volkshuisvesting straks in de (beleids)praktijk?

Op 16 februari jongstleden startte de internetconsultatie van het wetsvoorstel ‘Versterking regie volkshuisvesting’. Met deze wet wil het kabinet de ingezette koers van de Nationale Woon- en Bouwagenda – waarin de overheid het stuur in het handen neemt voor wat betreft de woningbouwopgave – juridisch borgen en voorzien van instrumenten. Daarnaast is de achterliggende gedachte dat meer beleidsscherpte planprocessen uiteindelijk kunnen versnellen doordat corporaties en marktpartijen beter weten waar ze aan toe zijn. De wet moet nog worden uitgewerkt in algemene maatregelen van bestuur (amvb’s). In hoofdlijnen komt het volgende beeld naar voren wat de wet gaan betekenen voor de nieuwe beleidspraktijk.

Naar een getrapt en kaderstellend woonbeleid

Zoals de naam al aangeeft: de wet legt regie op de woningbouwopgave in de volle breedte weer bij de overheden. Gemeenten gaan actief sturen op met sociale huur, middensegement en doelgroepen: op de aantallen woningen, locaties en een evenredige verdeling daarvan. Gemeentelijk woonbeleid moet vanaf 2026 worden vastgelegd in volkshuisvestingsprogramma’s waarin nationale en provinciale doelen moeten zijn doorvertaald naar lokale keuzes en concrete locaties. Rijk en provincie kunnen straks ook instructies meegeven en eventueel ingrijpen zowel op beleidsniveau als op locatieniveau.

Het Rijk wil daarbij serieus werk maken van een evenredige verdeling van sociale huur en middensegment (middenhuur of koop tot €355.000,-) over alle gemeenten. Gemeenten met minder sociale huur in de huidige woningvooraad dan gemiddeld moeten van het Rijk aan de bak en verplicht 30% sociale huur opnemen in de nieuwbouwprojecten. Ook moeten gemeenten zorgen voor voldoende nieuwbouw in het middensegment: 40% van de nieuwbouwprojecten.

De wet verplicht gemeenten bovendien tot een huisvestingsverordening voor urgente doelgroepen zoals mensen die uitstromen uit de GGZ, maatschappelijke opvang, beschermd wonen, of een ernstige medische aandoening etcetera. Definities en nadere criteria volgen daarbij nog.

Verweving woon- en omgevingsbeleid

Volkshuisvesting wordt nadrukkelijk ook als ruimtelijke opgave gepositioneerd. Het voorstel is om volkshuisvesting en de zorg voor voldoende woongelegenheid (zoals dat ook in de Grondwet staat) in de Omgevingswet op te nemen als een van de doelen in de fysieke leefomgeving. Daarbij wil het Rijk dat overheden de woningbouwprogrammering beter planjuridisch gaan verankeren. In de omgevingsvisies (en in het verlengde daarvan ook in omgevingsplannen) dient het volkshuisvestingsbeleid een plek te krijgen en de woningbouwprogrammering ruimtelijk te worden verankerd.

Dat betekent dat gemeenten de stap moeten maken van de gemeentelijke tabellen naar gebiedsuitwerkingen een ruimtelijke gebieds- en woonstrategieën. Het idee hierachter is tevens dat dit meer helderheid biedt bij gebiedsontwikkelingen, waarmee spelregels tussentijds niet zomaar kunnen veranderen en planprocessen kunnen versnellen doordat de kaders politiek, ontwikkelende en bouwende partijen en inwoners meer helderheid geven. Verankering van programma in omgevingsbeleid moet op gebiedsniveau corporaties en markt meer duidelijkheid geven en overheden commiteren.

Meer afstemming en solidariteit

De wet zet tot slot in op het versterken en verdiepen van de samenwerking met de woningcorporaties, zorgpartijen en de regio. De rol en positie van prestatieafspraken wil het Rijk verstevigen door in te zetten op meer wederkerigheid van gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties door bijvoorbeeld alle partijen toegang te geven tot de adviescommissie voor geschillen. Ook dienen zorgpartijen betrokken te worden bij het maken van de afspraken.

In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel staat dat bestuurlijke afspraken zoals de vorig jaar of begin dit jaar vastgestelde regionale woondeals “in het wetsvoorstel landen in de volkshuisvestingsprogramma’s van gemeenten, provincies en Rijk als resultaat van bestuurlijk overleg.” Hoe dit concreet invulling krijgt is nog onduidelijk, maar dat de regionale woondeals een verankering krijgen in de nieuwe wet is duidelijk.

Veel regio’s hebben in de afgelopen jaren al afspraken gemaakt over woningbouwprogrammering op regionaal niveau en regionale sleutelprojecten. Daarbij ligt de nadruk nog vooral op het grijpen van kansen, bijvoorbeeld door samen op te trekken in lobby en bij het aanvragen van financiële ondersteuning, denk aan de woningbouwimpulsgelden. Met de nieuwe wet wordt het meer dan ooit de uitdaging om naast het zoet ook het zuur te verdelen en onderlinge solidariteit en (lokale) behoefte bij elkaar te brengen.

Woningmarktregio’s worden weer opgenomen in het Huis van Thorbecke en moeten samen gaan vallen met provinciegrenzen. Dit moet ook helpen om de verweving wonen en ruimtelijk beleid eenduidig vorm te geven. Dit vraagt regio’s om werk te blijven maken van regionale programmering en een vertaling daarvan in ruimtelijke woonstrategieën.

Wij maakten beknopte samenvatting van het wetsvoorstel. Op de website van Aedes is een uitgebreidere samenvatting met een goede duiding te vinden. Tot 30 maart ligt het voorstel ter consultatie ter inzage en kunnen belanghebbenden een reactie geven op het wetsvoorstel. Samen met onze opdrachtgevers verkennen wij de komende tijd wat dit wetsvoorstel voor de praktijk betekent. Wilt u hier meer over weten of met ons van gedachten wisselen? Neem contact op met Sjors de Vries of Anna Herngreen.

Artikelen & blogs

Onze werkplaats in Utrecht

Onze werkplaats bevindt zich centraal in Nederland, in de prachtige historische binnenstad van Utrecht.